Als de rechtbank een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling heeft afgewezen dan kan het zinvol zijn om in hoger beroep te komen bij het Gerechtshof. De termijn voor hoger beroep is slechts acht dagen en dient te worden ingediend door een advocaat.
Opvallend is dat er een hele
korte termijn is van hoger beroep. Acht dagen is zo voorbij. Te laat is te
laat.
Bij het
Gerechtshof moet de zaak vervolgens artikel 292 FW (wetstekst hieronder) ook
op korte termijn worden behandeld (binnen twintig dagen). Maar eenmaal bij het
Gerechtshof blijkt dat men het zo druk heeft met deze zaken dat de zaak vaak
pas na enkele maanden beoordeeld kan worden. Drie of vier maanden is geen
uitzondering.
Toch kan het wel zinvol zijn om het te doen en kunnen feitelijke
afwegingen toch anders uitpakken.
In februari 2013 kreeg ik twee cliënten bij mij met twee afwijzingen door
de rechtbank van het verzoek om toepassing van de schuldsanering. Ik bekeek het dossier en hoorde hun verhaal: Het
verzoek was nogal slordig ingediend bij de rechtbank. Tijdens de zitting bij de
rechtbank werden ze – in tegenstelling tot wat hen was beloofd - niet bijgestaan door een gemachtigde. Ze werden
daar naar beleving van cliënten op nogal onaardige en verwijtende wijze
ondervraagd door een rechter die een nogal gehaaste indruk maakte. Het verzoek
werd afgewezen omdat verzoekers volgens de rechtbank ten aanzien van het
ontstaan of onbetaald laten van schulden in de vijf jaar voorafgaand aan het
indienen van het verzoek niet te goeder trouw waren geweest. Zo werd de vrouw
verweten dat ze met het oog op de zorg voor de kinderen slechts part time werkte...
Nadat door mij het hoger beroep van deze cliënten nog net op tijd ( binnen acht
dagen dus ) aan het Gerechtshof kon worden voorgelegd is de zaak in september
2013 nog eens bekeken door het Gerechtshof. Cliënten kregen toen in ieder geval
wel een correcte behandeling.
Vervolgens kwam
de uitspraak (het arrest) waarin werd geoordeeld dat een oude schuld niet als
te goeder trouw kon worden aangemerkt en er toch feiten en omstandigheden zijn
die toelating tot de regeling rechtvaardigen. Volgens het Gerechtshof was voldoende
aannemelijk geworden dat cliënten mede gelet op hun inzet tijdens het minnelijk
traject hun uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen naar
behoren zullen nakomen. De positieve opstelling van deze cliënten tot aan de dag van de zitting van het Gerechtshof heeft zeker meegeholpen. Mogelijk heeft de lange wettelijk niet toegestane wachttijd zelfs in hun voordeel gewerkt. Er werd dus alsnog besloten tot vernietiging van de vonnissen van de rechtbank
en ze werden toegelaten tot de schuldsanering.
De moraal van het verhaal: als u een afwijzing heeft van een verzoek om toepassing van de schuldsaneringsregeling / schuldsanering / wsnp wacht dan geen dag maar neem DIRECT contact op met een advocaat die ervaring heeft met dit soort kwesties: De wettelijke termijnen gelden namelijk wel voor de rechtzoekenden!!
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Een deel van de
wetstekst van art 292 FW:
Tegen de uitspraak tot afwijzing van het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling kan de schuldenaar gedurende acht dagen na de dag van de uitspraak in hoger beroep komen. Wanneer het verzoekschrift tevens een verzoek inhield als bedoeld in het eerste lid, wordt dit verzoek eveneens aan het gerechtshof voorgelegd. Het hoger beroep wordt ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof, dat van de zaak kennis moet nemen. De voorzitter bepaalt terstond dag en uur voor de behandeling, welke zal moeten plaatshebben binnen twintig dagen na de dag van de indiening van het verzoekschrift. De uitspraak vindt niet later plaats dan op de achtste dag na die van de behandeling van het verzoekschrift ter terechtzitting.
Tegen de uitspraak tot afwijzing van het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling kan de schuldenaar gedurende acht dagen na de dag van de uitspraak in hoger beroep komen. Wanneer het verzoekschrift tevens een verzoek inhield als bedoeld in het eerste lid, wordt dit verzoek eveneens aan het gerechtshof voorgelegd. Het hoger beroep wordt ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof, dat van de zaak kennis moet nemen. De voorzitter bepaalt terstond dag en uur voor de behandeling, welke zal moeten plaatshebben binnen twintig dagen na de dag van de indiening van het verzoekschrift. De uitspraak vindt niet later plaats dan op de achtste dag na die van de behandeling van het verzoekschrift ter terechtzitting.