dinsdag 1 oktober 2013

Hoger beroep wsnp binnen acht dagen....


Als de rechtbank een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling heeft afgewezen dan kan het zinvol zijn om in hoger beroep te komen bij het Gerechtshof. De termijn voor hoger beroep is slechts acht dagen en dient te worden ingediend door een advocaat.

Opvallend is dat er een hele korte termijn is van hoger beroep. Acht dagen is zo voorbij. Te laat is te laat. 

Bij het Gerechtshof moet de zaak vervolgens artikel 292 FW (wetstekst hieronder) ook op korte termijn worden behandeld (binnen twintig dagen). Maar eenmaal bij het Gerechtshof blijkt dat men het zo druk heeft met deze zaken dat de zaak vaak pas na enkele maanden beoordeeld kan worden. Drie of vier maanden is geen uitzondering.    

Toch kan het wel zinvol zijn om het te doen en kunnen feitelijke afwegingen toch anders uitpakken. 

In februari 2013  kreeg ik twee cliënten bij mij met twee afwijzingen door de rechtbank van het verzoek om toepassing van de schuldsanering.  Ik bekeek het dossier en hoorde hun verhaal: Het verzoek was nogal slordig ingediend bij de rechtbank. Tijdens de zitting bij de rechtbank werden ze – in tegenstelling tot wat hen was beloofd -  niet bijgestaan door een gemachtigde. Ze werden daar naar beleving van cliënten op nogal onaardige en verwijtende wijze ondervraagd door een rechter die een nogal gehaaste indruk maakte. Het verzoek werd afgewezen omdat verzoekers volgens de rechtbank ten aanzien van het ontstaan of onbetaald laten van schulden in de vijf jaar voorafgaand aan het indienen van het verzoek niet te goeder trouw waren geweest. Zo werd de vrouw verweten dat ze met het oog op de zorg voor de kinderen slechts part time werkte...

Nadat door mij het hoger beroep van deze cliënten nog net op tijd ( binnen acht dagen dus ) aan het Gerechtshof kon worden voorgelegd is de zaak in september 2013 nog eens bekeken door het Gerechtshof. Cliënten kregen toen in ieder geval wel een correcte behandeling.

Vervolgens kwam de uitspraak (het arrest) waarin werd geoordeeld dat een oude schuld niet als te goeder trouw kon worden aangemerkt en er toch feiten en omstandigheden zijn die toelating tot de regeling rechtvaardigen. Volgens het Gerechtshof was voldoende aannemelijk geworden dat cliënten mede gelet op hun inzet tijdens het minnelijk traject hun uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen naar behoren zullen nakomen. De positieve opstelling van deze cliënten tot aan de dag van de zitting van het Gerechtshof heeft zeker meegeholpen. Mogelijk heeft de lange wettelijk niet toegestane wachttijd zelfs in hun voordeel gewerkt.  Er werd dus alsnog besloten tot  vernietiging van de vonnissen van de rechtbank en ze werden toegelaten tot de schuldsanering.

De moraal van het verhaal: als u een afwijzing heeft van een verzoek om toepassing van de schuldsaneringsregeling / schuldsanering / wsnp wacht dan geen dag maar neem DIRECT contact op met een advocaat die ervaring heeft met dit soort kwesties: De wettelijke termijnen gelden namelijk wel voor de rechtzoekenden!! 


--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Een deel van de wetstekst van art 292 FW:
Tegen de uitspraak tot afwijzing van het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling kan de schuldenaar gedurende acht dagen na de dag van de uitspraak in hoger beroep komen. Wanneer het verzoekschrift tevens een verzoek inhield als bedoeld in het eerste lid, wordt dit verzoek eveneens aan het gerechtshof voorgelegd. Het hoger beroep wordt ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof, dat van de zaak kennis moet nemen. De voorzitter bepaalt terstond dag en uur voor de behandeling, welke zal moeten plaatshebben binnen twintig dagen na de dag van de indiening van het verzoekschrift. De uitspraak vindt niet later plaats dan op de achtste dag na die van de behandeling van het verzoekschrift ter terechtzitting.

dinsdag 16 juli 2013

rechtsbijstand minderjarigen



De "Salduz jurisprudentie" heeft kort samengevat met zich meegebracht dat de aangehouden verdachte recht heeft op rechtsbijstand door een advocaat  VOOR zijn verhoor. 

Minderjarigen hebben vervolgens ook nog recht op rechtsbijstand door een vertrouwenspersoon of advocaat TIJDENS het verhoor. Volgens de politie moet de minderjarige dan kiezen uit een advocaat of een andere vertrouwenspersoon. Dit is merkwaardig want de ouders hebben op grond van de wet altijd al toegang tot de minderjarige. Rechtsbijstand door een advocaat is beter voor de rechtspositie van de minderjarige. Met name als er een naïeve of onwetende ouder, of zelfs een ander familielid als vertrouwenspersoon bij komt zitten die zich op voor de minderjarige nadelige wijze gaat bemoeien met het verhoor.  

En als dat dan klaar is:  zelfs voor de meest kleine bagatel zaken, het echte "kuikenwerk" wordt besloten tot strafrechtelijke vervolging. Dit kan dan dagvaarding voor de rechter zijn of een tripzitting waarbij de kwestie buiten de rechter om wordt afgedaan. Deze laatste wijze van afdoening wordt soms gekozen voor zaken die het bij de rechter mogelijk niet zouden halen en zouden leiden tot vrijspraak.   

Een veroordeling maar ook de acceptatie van een taakstraf buiten de rechter om leiden tot een "strafblad". Dit verdwijnt dus NIET meer zodra iemand 18 is geworden, zoals vaak nog gedacht wordt.  Dit geeft de daarbij behorende problemen met het verkrijgen van een stage of baan en het verkrijgen van een visum voor een buitenlandse reis.

En als het iets met zeden te maken heeft ga dan maar uit van justitiële gegevens die tachtig jaar blijven bestaan. Dus ook bijvoorbeeld bij een onzinnige aangifte van ontucht tussen twee minderjarigen van 15 jaar oud, en de verkeerde antwoorden op de vragen daarover.

Het is echt zonde als er bij strafrechtelijke problemen met een minderjarige kansen worden gemist. Accepteer niet klakkeloos alles van wat u wordt verteld. Zoek tijdig rechtsbijstand.

Er bestaat in Nederland een systeem van door de overheid gefinancierde rechtsbijstand. Door geldgebrek en verkeerde prioriteiten bij de overheid staat dit systeem erg onder druk. Dit geldt met name sinds op grond van Europees recht een verdachte ook recht heeft op rechtsbijstand voor het verhoor.  Dat was namelijk niet zo geregeld in Nederland. De overheid wil volgens de gebruikelijke commerciële tarieven inclusief reistijd van en naar een politiebureau twintig minuten voor de rechtsbijstand voor het verhoor betalen. En voor rechtsbijstand tijdens het verhoor (ook weer inclusief reistijd)  wil de overheid naar de gebruikelijk commerciële tarieven een half uur betalen. En als het gaat om een zwaar delict waar 12 jaar of meer op staat (het slachtoffer moet dan wel zijn overleden of zwaar lichamelijk letsel hebben....) wil de overheid zelfs wel 1 uur vergoeden.  En als het tot een zaak komt:  de advocaat mag naar commerciële tarieven ongeveer drie uur aan een zaak bij de kinderrechter , en vier uur aan een zaak bij de meervoudige strafkamer (MK) besteden. Het is duidelijk dat de overheid vooral wil dat er weinig geld wordt besteed aan de rechtshulp. Het moet  zo goedkoop mogelijk. Tenzij de overheid zelf opdracht geeft aan de landsadvocaat natuurlijk. Dan worden plotseling wel de normale tarieven betaald.      

U kunt ook kiezen voor rechtsbijstand op betalende basis.  Dan maakt u zelf afspraken over de kosten van rechtshulp. Als de zaak eindigt zonder straf, maatregel of schuldigverklaring dan kunt u tot drie maanden na afloop van de zaak een verzoek indienen om alle kosten van rechtshulp terug te krijgen.  


Voor meer informatie:  tel. 0653444683/  www.bondam.nl
       

DNA afname bij minderjarigen, bezwaarschrift!!

In de inleidende overwegingen van de wet DNA onderzoek bij veroordeelden staat vermeld dat DNA-onderzoek plaatsvindt bij personen die zijn veroordeeld wegens bepaalde misdrijven, teneinde bij te dragen aan de voorkoming, opsporing, vervolging en berechting van strafbare feiten van deze personen. Bij minderjarigen kan dit extra onredelijk uitpakken. 

Nadat de minderjarige,  niet naar behoren voorgelicht door een "parketsecretaris" bij een tomzitting / tripzitting/ of een soortgelijke zitting  een taakstraf heeft geaccepteerd om maar niet naar de kinderrechter te hoeven valt hij of zij automatisch in de prijzen. Een gratis strafblad en als bonus DNA afname en levenslange opname in de DNA databank van justitie.  Dat zeiden ze er niet bij bij de uitnodiging! Daar kom je pas later achter. En de termijn loopt al... Hartelijk dank Justitie... Wat zijn ze toch lekker bezig.       

In artikel 2 lid 1 b van de wet DNA onderzoek bij veroordeelden staat vermeld dat als  redelijkerwijs aannemelijk is dat het bepalen en verwerken van DNA-profiel gelet op de aard van het misdrijf of de bijzondere omstandigheden waaronder het misdrijf is gepleegd niet van betekenis zal kunnen zijn voor de voorkoming, opsporing, vervolging en berechting van strafbare feiten van de veroordeelde geen celmateriaal zal worden afgenomen ten behoeve van het bepalen en verwerken van het DNA-profiel.

Soms kan worden beargumenteerd dat  de uitzonderingssituatie van artikel 2, eerste lid onder b, van de Wet DNA -onderzoek bij veroordeelden van toepassing is.  De redenering is dan dat er geen opsporingsbelang ter zake van reeds gepleegde strafbare feiten of enig relevant recidivegevaar aanwezig is. In dat geval zal de afname van  DNA-materiaal ten behoeve van het bepalen en verwerken van het DNA-profiel niet van betekenis kunnen zijn voor de in artikel 2, eerste lid onder b van de wet DNA-onderzoek bij veroordeelden genoemde doeleinden.

Van belang zijn onder meer de opgelegde straf, de leeftijd op het moment van plegen van het feit, of het een eerste keer was of niet, en of er nadien sprake is van recidive. Moest het worden gezien als een rimpel in de vijver, een eenmalige jeugdige misstap?

Als uw zoon of dochter een oproep krijgt voor het afstaan van celmateriaal voor het bepalen van een dna  profiel neem dan DIRECT contact op voor het indienen van een bezwaarschrift (www.bondam.nl ) .De termijn voor indiening van het bezwaarschrift,  per akte,  is slechts twee weken na afname. In veel gevallen kan dit geheel kosteloos omdat de meeste rechtbanken daar een last tot toevoeging voor verstrekken.       

meer info:  www.bondam.nl

maandag 13 mei 2013

BOPZ opname mag nog steeds alleen na beoordeling door psychiater


De Hoge Raad heeft bepaald dat de wet BOPZ onvoldoende zware eisen stelt om een in bewaring stelling (IBS) en gedwongen opname in een psychiatrisch ziekenhuis te rechtvaardigen. De Hoge Raad heeft bevestigd dat de Europese rechtspraak (in de zaak Varbanov)  eist dat de geneeskundige verklaring moet worden afgegeven door een onafhankelijke specialist (lees:  psychiater).

Als dat om wat voor reden dan ook niet kan, en de geneeskundige verklaring is afgegeven door een arts - niet zijnde psychiater-  dan moet de psychiater alsnog binnen enkele uren komen om de betrokkene te onderzoeken.  Aan de hand van deze uitspraak is overal in Nederland de zogeheten Varbanov verklaring ingevoerd. Dit is een schriftelijke verklaring van een psychiater waarin deze verklaart de betrokkene te hebben onderzocht en dat de bevindingen wel of niet overeenstemmen met de eerdere bevindingen van de arts- niet psychiater.

Dit gaat echter nog steeds vaak fout.  Als bij een dergelijke procedurefout schadevergoeding ten laste van de gemeente wordt gevraagd dan wordt deze normaal gesproken ook snel uitbetaald.    


Het zou voor de hand hebben gelegen als deze uitspraak inmiddels in wetgeving zou zijn omgezet. Dat is echter nog niet gebeurd.

zie:
LJN: BD4375, Hoge Raad , 08/01827
datum uitspraak 26-9-2008
datum publicatie 26-9-2008
instantie Hoge Raad

Het middel bevat de klacht - zakelijk weergegeven - dat de rechtbank op het verzoek heeft beslist zonder te beschikken over een geneeskundige verklaring die voldoet aan de eis dat zij is opgesteld door een specialist die betrokkene daartoe persoonlijk heeft onderzocht. Aldus klaagt het middel over het niet inachtnemen van een essentiële waarborg voor het grondrecht op vrijheid, in die zin dat niemand van zijn vrijheid mag worden beroofd buiten de gevallen bij of krachtens de wet bepaald (vgl. HR 21 februari 2003, nr. R03/002, NJ 2003, 484). Die klacht levert een grond op voor doorbreking van het genoemde rechtsmiddelenverbod, zodat cassatieberoep voor betrokkene openstond. 
De leden 1 en 2 van art. 21 laten de mogelijkheid open dat de burgemeester een inbewaringstelling gelast op basis van een schriftelijke verklaring van een arts die geen psychiater is, en wel indien het niet mogelijk is dat een psychiater de verklaring verstrekt. Met inachtneming van de rechtspraak van het EHRM met betrekking tot vrijheidsontneming van als geestesziek aangemerkte personen (art. 5 lid 1, aanhef en onder e, EVRM) heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de door dat hof gestelde eis van "objective medical expertise" aldus moet worden verstaan dat die - behoudens in noodsituaties - een persoonlijk voorafgaand onderzoek van de betrokkene door een specialist, dat wil zeggen een psychiater als bedoeld in art. 1 lid 1, aanhef en onder j, Wet Bopz, veronderstelt. In een geval waarin de inbewaringstelling gelast is op basis van een schriftelijke verklaring van een arts die geen psychiater is, brengt de bepaling van art. 5 lid 1, aanhef en onder e, EVRM dan ook mee dat de rechter, onverminderd het bepaalde in art. 29 lid 2 Wet Bopz, een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling slechts mag verlenen na te hebben kennisgenomen van een schriftelijke - dan wel ter zitting mondeling afgelegde en in het proces-verbaal van de zitting te vermelden - verklaring van een niet behandelend psychiater die persoonlijk de betrokkene na diens inbewaringstelling heeft onderzocht. Het middel is in zoverre gegrond.




meer info: www.bondam.nl  

zaterdag 11 mei 2013

verkrachting?


vakgebied strafrecht
datum uitspraak 12-3-2013
datum publicatie 12-3-2013
LJN: BZ2653, Hoge Raad 11/05421

Op 12 maart 2013 heeft de Hoge Raad haar oude en voor velen tot dan erg onbevredigende standpunt verlaten.   Tot 12 maart 2013 kon men in Nederland voor een tongzoen worden veroordeeld op grond van artikel 242 Sr (seksueel binnendringen / verkrachting). De Hoge Raad komt op 12 maart 2013 terug van zijn eerder aan art. 242 Sr gegeven interpretatie. 

De Hoge raad stelt: De eisen van rechtszekerheid staan er niet aan in de weg dat, hoewel een tongzoen op zichzelf wel het binnendringen van het lichaam met een seksuele strekking oplevert, deze in redelijkheid niet op één lijn kan worden gesteld met geslachtsgemeenschap of een wat de ernst van de inbreuk op de seksuele integriteit daarmee vergelijkbare gedraging, zodat een afgedwongen tongzoen voortaan niet meer als “verkrachting” in de zin van art. 242 Sr kan worden gekwalificeerd. 

De HR merkt met het oog op de zaken die zijn afgedaan met inachtneming van HR NJ 1998/781 (“tongzoen-arrest”) op dat zijn nieuwe uitleg van art. 242 Sr niet kan worden aangemerkt als een voor herziening vereist (nieuw) “gegeven” zoals bedoeld in art. 457.1 onder c Sv, aangezien dat vereiste het oog heeft op een gegeven van feitelijke aard en niet op een gewijzigde rechtsopvatting. Kortom het heeft voor de oude gevallen geen zin om hierover alsnog herziening te vragen. 

Het is wel erg zuur als je als "oud geval" nu toch levenslang justitiële documentatie ( een "strafblad" ) blijft houden.... 

meer info: www.bondam.nl